Via deze blog willen we in contact blijven met de homies, terwijl wij Azie afschuimen. Van de mongoolse steppe tot de tibetaanse pieken, via China, Vietnam, Cambodia, Laos, Birma, Nepal en god weet waar we nog terecht komen in dit jaartje weg...

vrijdag, augustus 19, 2016

Mojito's en sigaren Vinales 8-9 juli 2016


Ons vrouwtje van het vorige huis laat ons met spijt in het hart en dollartekens in de ogen gaan. Ze heeft er alles aan gedaan om ons een tour te verkopen, maar we sloegen elk aanbod af. ’S Morgens verkassen we naar ons nieuwe huisje. De kinderen vinden het er fantastisch, ze kunnen er spelen in de mais, met zand, naar de paarden en varkens gaan kijken; dit is Vinales zoals het moet zijn, het platte land met scharrelende kippen, een verloren gelopen hond, wat stinkende varkens, twee schommelstoelen op het terras en zicht op de bergen. In de voormiddag gaan we eerst nog even zwemmen. Om drie uur hebben we een rondrit met paard en kar geregeld door het nationale park. Een gammel karretje waar we met momenten doodsangsten op uitstaan brengt ons naar weide landschappen met karstbergen, plantages en een huisje waar de vrouw des huizes sigaren rolt om ze zo aan ons te verpatsen. ’s Avonds eten we heerlijke kreeft en bonen! De jongens liggen er om acht uur in. Wij genieten op ons terrasje met twee mojitos en een dikke sigaar voor Jan. Wat ze er echter niet bij vertelde is dat de mojito zo straf is dat ik een uurtje na de kinderen er ook al de brui moet aangeven. Het nachtleven van Cuba gaat wederom aan ons voorbij.

Zaterdag 9 juli 2016
De dag begint om 7 uur. De hitte van de vorige dag indachtig en vooral Zen knalrode hoofdje besluiten we het dagritme wat om te draaien. Activiteiten vinden voortaan plaats tussen 7 en 12 en tussen 16 en 19u. Vanaf nu is er een verplichte siesta zodat we de grootste hitte kunnen mijden, want hoewel we hier goed smeren, ben ik toch wat verbrand. Factor 30 gaat definitief de rugzak in en wordt geruild voor factor 50. We wandelen naar het centrum waar we een taxi regelen naar Valle de silencio. Prachtige karstbergen, boeren met paard en kar en grote schuren om de tabak te drogen. We gaan een kijkje nemen, praten er even met de kerel die eigenlijk ligt te wachten op de groepen toeristen, die komen een half uurtje na ons een voor een aan op het paard. Wij wandelen nog wat verder. Na anderhalf uur keren we terug. We hangen nog wat rond op de boerderij voor onze taxi ons weer oppikt. Vervolgens brengt hij ons naar de ondergrondse rivier. Door de massa Cubaanse toeristen is het behoorlijk lang aanschuiven en voelt het allemaal behoorlijk Eftelingiaans aan, maar het is toch wel heel bijzonder dat deze grotten waar we doorvaren wel degelijk echt zijn. Na de grot, nog een grot en dan is het huiswaarts. We eten toastjes met boter en verse watermeloenshakejes. We chillen op ons terras terwijl de kinderen in de koelte van de kamer een filmpje kijken. Rond drie uur wandelen we richting Plaza Central om een taxi te regelen naar een zwembad dat we de dag ervoor gezien hadden. Het is opvallend hoe sommige Cubaanse taxichauffeurs niet meer bereid zijn om voor 5 CUC ons 3 kilometer verderop af te zetten. We zetten ons even neer en uiteindelijk vinden we er een die het voor 3 CUC doet. Als we aan het zwembad aankomt vraagt de wachter ons 1 CUC entree per persoon. ‘pero, los ninos no pagan?’ ‘No, no,’ antwoordt hij wat twijfelachtig. Jan geeft hem 5 CUC en hij snelt naar zijn bureautje. Snel, alsof stiekem geeft hij ons het wisselgeld. Al snel wordt duidelijk waarom de man zo geheimzinnig doet. Dit is duidelijk een zwembad waar alleen locale Cubanen komen, prijzen voor toeristen zijn er niet, en dus heeft hij maar snel snel iets bedacht voor eigen zak. Het zwembad zit eivol. Langs de kant flaneren dames in te kleine bikini’s voor te grote borsten, mannen met gouden kettingen en de rum in de hand maken hen het hof. We nemen een duik in het water maar dat is nauwelijks verfrissend. Zwemmen is ook moeilijk. Elke meter worden we aangesproken door kinderen die maar al te graag met onze blondjes willen spelen. Dat onze jongens  geen Spaans spreken vinden ze erg en onbegrijpelijk. Om kwart voor vijf wordt afgeroepen dat het zwembad gaat sluiten. Niemand verroert. Er wordt lustig verder gezwommen, geplonst, gedronken.
Rond half zes – het feestje is nog volop bezig – gaan we eruit. Meteen worden we aangesproken door een groepje, die ik al de hele tijd naar ons zag wijzen. Een terugrit is geen probleem al is het onderworpen aan de gebruikelijke onderhandelingen. ’10 CUC’; ’10 CUC, we betaalden 3 om hier geraken.’ ‘Ja, maar dat was met de auto, dit is met paard en kar.’ ‘Een auto verbruikt gas, een paard niet’. ‘Ok, vier dan, jullie zijn met vijf.’ ‘Eigenlijk zijn we maar met drie, de twee kleintjes zitten op schoot.’ De man lacht. ‘Ok, drie dan.’ Met paard en kar keren we weer naar huis waar ons vis, varkenslapjes, ananas en  verse watermeloen opwachten. De kinderen vinden hun tweede adem en dansen op het bed met onze Spotify lijst. Pas om negen uur is het eindelijk stil. Nog een uurtje zitten we op ons terras waar de stilte alomvattend is. En dan is het ook voor ons weer bedtijd.

Labels: , , ,

On the road in a Chevrolet Havana - Vinales 7 juli2016

’S morgensvroeg staat onze taxi om 9 uur klaar om ons naar Vinales te brengen. Tijdens de drie uur durende rit met onze oude Chevrolet praat ik met chauffeur Johanis. De auto is van hem, daar is hij erg trots op. Zulke auto’s kosten in Cuba al gauw 16.000 CUC (ongeveer 16.000 Euro), erg veel dus als je weet dat het gemiddelde maandloon hier tussen 15 en 40 CUC (ongeveer hetzelfde in euro's) is. Hoe langer hoe meer wordt me duidelijk waarom iedereen hier in de toertistische sector wil werken. Door de hoge prijzen die ze hier aan toeristen vragen, kan je op een dag soms een maandloon verdienen. Het dagelijkse leven is hier, ook voor locale mensen, erg duur. Shampoo, WC papier, het zijn luxeproducten. Iedereen werkt in Cuba, ook vrouwen. Het sociale zekerheidssysteem van België bestaat hier niet. Geen werk, geen geld. Ziek, geen geld, zwanger, geen geld. Het pensioen is een karige 10 CUC per maand. Crèches zijn van de staat en kosten maar een paar Cubaanse pesos per maand (minder dan een euro) maar ze zijn overbevolkt en ‘er wordt niet goed voor je kind gezorgd,’ zegt Johanis. Hij brengt zijn dochtertje naar een privé crèche, die kost 30 CUC per maand. Hoe langer ik met Johanis praat, hoe zotter ik het systeem hier vind. Er is heel veel ongelijkheid, en dat in het land van het communisme. De mensen van de casas particulares geven aan dat ze erg tevreden zijn in Cuba. Zij die niet in de toeristische sector werken, vertellen andere verhalen, over de tientallen Cubanen die hun leven risceren om het land te ontvluchten op zoek naar een betere toekomst. Na drie uur en een fixe regenbui waarbij we even vrezen voor ons leven – houden onze ruitenwissertjes het wel vol? Is de auto voldoende baanvast? – komen we aan in Vinales. We legden via onze huisbaas in Havana al een casa vast maar dat blijkt niet helemaal ons ding. Een kametje ergens achterin, van de mooie uitzichten geen sprake. Omdat we te moe zijn – en nog niet beter weten – checken we in. We zoeken op waar we kunnen zwemmen en stappen de anderhalve kilometer naar het luxehotel met buitenzwembad. De kinderen amuseren zich rot – al is Jip vooral aan het scherm gekluisterd om de match Frankrijk – Duitsland te volgen - en ook ons de doet de rust wel deugd. ’S Avonds eten we in onze casa, verse vis, kip voor de jongens. Voortaan zijn staan de verse ananas en mangosap dagelijks op het menu. De jongens liggen er tegen acht uur in. Ik besluit nog een wandelingetje te maken om wat zaken uit te zoeken voor de volgende dag. Ik vind een casa met een prachtig uitzicht voor 10 CUC minder. De volgende dag verhuizen we.

Labels: , , , , ,

Trillizo in Havana 6 juli 2016

Alsof er geen sprake is van een jetlag worden onze kerels om 7uur wakker. Wat onvoorbereid – waar in Havana zijn we eigenlijk? – gaan we op pad op zoek naar een ontbijtje. Eerste uitdaging geld wisselen, en dat is niet zo gemakkelijk. De banken zijn nog niet open. Tegen dat ze open zijn, zijn we al anderhalf uur en 20 foto’s verder, die laat ons duidelijk zijn, niet allemaal door ons genomen werden, maar zeker zoveel door de locale mensen, die volledig verrukt van ver roepen: ‘trillizo’! Al snel wordt duidelijk dat ze denken dat onze blonde goden een drieling zijn. Dat ze alledrie hetzelfde T-shirtje dragen waarop staat ‘hola amigo’ doet het enthousiasme alleen maar groeien. We dolen wat rond, proberen ons te oriënteren, laten ons de weg wijzen en vinden uiteindelijk een geldautomaat. Intussen hebben we al vijf geprekjes gehad met de Havaneros over die ‘trillizo’... ‘En una vez?’ ‘Falta la hembra.’ Er wordt gelachen, gewezen. We zijn nog maar een uurtje op pad en genieten al volop van de vriendelijke Cubanen, van de ongelooflijk mooie auto’s en de indrukwekkende gebouwen. We nemen een fietstaxi richting het centrum. Al snel wordt duidelijk dat er hier twee soorten economieën zijn, eentje voor de locals en eentje voor de ‘extranjeros’. Als buitenlander betaal je tien keer meer dan de local, en als je niet oppast nog meer. Maar mijn kennis van het Spaans blijkt meteen een erg grote troef. We kunnen stevig onderhandelen. De fietstaxi zet ons af in de buurt van het capitool. Op de brede laan snort de ene oldtimer na de andere ons voorbij. We gaan eerst ontbijten in een Frans barretje waar water verkocht wordt aan wel erg hoge prijzen. ‘Toch kopen,’ zegt de Nederlander aan het tafeltje naast ons. De Nederlander blijkt gelijk te hebben. Als we wat later door de gezellige straatjes van Havana kuieren is water een delicatesse, fake mierzoete Fanta daarentegen vind je sneller. We ontdekken de oude stad, gaan een winkeltje in, kopen de Che Guevare petjes voor de jongens en bezoeken het fort waar allerlei piratenboten in maquette staan uitgestald. Lom straalt met zoveel Pirates of the Carribean.

Na de middag gaan we voor de tradionele tourist trap. We huren een oldtimer convertible. 50 CUC staat geafficheerd, wat ongeveer 50 euro is en de waanzin van de toeristische prijzen weergeeft. Na wat onderhandelen tikke we af op 25 CUC, wat nog genoeg is, maar de glimlach van de jongens van oor tot oor maakt alles goed. Na het ritje besluiten we even naar een speeltuin in de buurt te gaan, een minipretparkje. Daar maken we kennis met het Cuba, buiten de toeristen. We begrijpen niet goed hoeveel de entree is. We geven 5 CUC af. De vrouw besluit dat het ‘genoeg’ is. Even later beginnen we te begrijpen dat hier alles geafficheerd staat in pesos cubanos en dat we dus veel te veel betaald hebben aan de dame van de entree. Als ik haar even later door de speeltuin zie lopen, spreek ik haar over aan. Ze mompelt wat verontschuldigend en tovert uit haar BH het verfrommelde briefje van 5 CUC. De attracties, paardenmolen, treintje, alles moet betaald worden in pesos die we niet hebben. Den vriendelijke dame helpt ons uit de nood en wisselt een aantal CUC zodat de jongens op de attracties kunnen, tussen 5 en 10 eurocent per keer. Een ook het flesje water heeft hier de ‘normale’ prijs, 25 eurocent in plaats van 1 euro. Ook de mensen zijn hier weer ontzettend vriendelijk, geen praatje maken omdat ze iets van je willen, maar omdat ze oprecht willen vertellen over ‘hun kinderen’, hun ‘tweelingen,’ of hoe gesprekken over kinderen mensen verbinden. 


’s Avonds gaan we eten in een pizzeria waar ook Enrique Iglesias komt. We nemen een ‘appeltaxi’ naar huis tot groot plezier van de kinderen, een soort van tuktuk met z’n vijven. Veiligheid is geen woord dat samengaat met onze laatste activiteit. Om half negen liggen de ‘barones’ in bed. Niet veel later kruipen ook wij erin, de vermoeidheid van de jetlag maar ook van de zon eisen hun tol.

Labels: , , ,

Trillizo in Havana 6 juli 2016


Alsof er geen sprake is van een jetlag worden onze kerels om 7uur wakker. Wat onvoorbereid – waar in Havana zijn we eigenlijk? – gaan we op pad op zoek naar een ontbijtje. Eerste uitdaging geld wisselen, en dat is niet zo gemakkelijk. De banken zijn nog niet open. Tegen dat ze open zijn, zijn we al anderhalf uur en 20 foto’s verder, die laat ons duidelijk zijn, niet allemaal door ons genomen werden, maar zeker zoveel door de locale mensen, die volledig verrukt van ver roepen: ‘trillijos’! Al snel wordt duidelijk dat ze denken dat onze blonde goden een drieling zijn. Dat ze alledrie hetzelfde T-shirtje dragen waarop staat ‘hola amigo’ doet het enthousiasme alleen maar groeien. We dolen wat rond, proberen ons te oriënteren, laten ons de weg wijzen en vinden uiteindelijk een geldautomaat. Intussen hebben we al vijf geprekjes gehad met de Havaneros over die ‘trillijos’... ‘En una vez?’ ‘Falta la hembra.’ Er wordt gelachen, gewezen. We zijn nog maar een uurtje op pad en genieten al volop van de vriendelijke Cubanen, van de ongelooflijk mooie auto’s en de indrukwekkende gebouwen. We nemen een fietstaxi richting het centrum. Al snel wordt duidelijk dat er hier twee soorten economieën zijn, eentje voor de locals en eentje voor de ‘extranjeros’. Als buitenlander betaal je tien keer meer dan de local, en als je niet oppast nog meer. Maar mijn kennis van het Spaans blijkt meteen een erg grote troef. We kunnen stevig onderhandelen. De fietstaxi zet ons        af in de buurt van het capitool. Op de brede laan snort de ene oldtimer na de andere ons voorbij. We gaan eerst ontbijten in een Frans barretje waar water verkocht wordt aan wel erg hoge prijzen. ‘Toch kopen,’ zegt de Nederlander aan het tafeltje naast ons. De Nederlander blijkt gelijk te hebben. Als we wat later door de gezellige straatjes van Havana kuieren is water een delicatesse, fake mierzoete Fanta daarentegen vind je sneller. We ontdekken de oude stad, gaan een winkeltje in, kopen de Che Guevare petjes voor de jongens en bezoeken het fort waar allerlei piratenboten in maquette staan uitgestald. Lom straalt met zoveel Pirates of the Carribean.
Na de middag gaan we voor de tradionele tourist trap. We huren een oldtimer convertible. 50 CUC staat geafficheerd, wat ongeveer 50 euro is en de waanzin van de toeristische prijzen weergeeft. Na wat onderhandelen tikke we af op 25 CUC, wat nog genoeg is, maar de glimlach van de jongens van oor tot oor maakt alles goed. Na het ritje besluiten we even naar een speeltuin in de buurt te gaan, een minipretparkje. Daar maken we kennis met het Cuba, buiten de toeristen. We begrijpen niet goed hoeveel de entree is. We geven 5 CUC af. De vrouw besluit dat het ‘genoeg’ is. Even later beginnen we te begrijpen dat hier alles geafficheerd staat in pesos cubanos en dat we dus veel te veel betaald hebben aan de dame van de entree. Als ik haar even later door de speeltuin zie lopen, spreek ik haar over aan. Ze mompelt wat verontschuldigend en tovert uit haar BH het verfrommelde briefje van 5 CUC. De attracties, paardenmolen, treintje, alles moet betaald worden in pesos die we niet hebben. Den vriendelijke dame helpt ons uit de nood en wisselt een aantal CUC zodat de jongens op de attracties kunnen, tussen 5 en 10 eurocent per keer.
Een ook het flesje water heeft hier de ‘normale’ prijs, 25 eurocent in plaats van 1 euro. Ook de mensen zijn hier weer ontzettend vriendelijk, geen praatje maken omdat ze iets van je willen, maar omdat ze oprecht willen vertellen over ‘hun kinderen’, hun ‘tweelingen,’ of hoe gesprekken over kinderen mensen verbinden.  ’s Avonds gaan we eten in een pizzeria waar ook Enrique Iglesias komt. We nemen een ‘appeltaxi’ naar huis tot groot plezier van de kinderen, een soort van tuktuk met z’n vijven. Veiligheid is geen woord dat samengaat met onze laatste activiteit. Om half negen liggen de ‘barones’ in bed. Niet veel later kruipen ook wij erin, de vermoeidheid van de jetlag maarook van de zon eisen hun tol.

Labels: , , ,

De langste verjaardag 5 juli 2016 Havana



Hoe lang een verjaardag kan zijn. We staan op om 6 uur. Boterhammen smeren, nog een keer de bagage controleren, een laatste knuffel aan Rex en dan is het richting Berchem Station, waar we, jawel, feestelijk de trein missen. De doorwinterde reizigers moeten nog even wennen aan reizen met drie kerels erbij. Gelukkig hebben we voldoende tijd voorzien en halen we zonder veel moeite, met de volgende trein, ons vliegtuig. De vlucht doorstaan onze jongens met glans. Zo moet de hemel er volgens hen uitzien. Non-stop spelletjes en films. Hun ogen glanzen van vermoeidheid, maar vandaag is er geen tijd voor pedagogische regels. Doel: Havana halen zonder grootste hysterische buien plat op de grond in het midden van een luchthaven, en dat doel halen we. Met een uur vertraging komen we om 21u aan in Havana, 3u ’s nachts Belgische tijd. Toch geven ook dan onze kerels zich niet over aan de slaap. Als blijkt dat de taxi die we via ons casa regelden een oude Chevrolet blijkt te zijn, gaan de ogen weer wagenwijd open. Met alle raampjes open, rijden we een klein uurtje richting ons kamertje in het centrum van Havana waar twee dubbele bedjes ons wachten. Een koude douche en dan is het eindelijk oogjes dicht en snaveltjes toe. (Hoewel, snaveltjes toe: ‘Lom, kan jij van dit bed naar het andere springen?’, ‘Zen, heb je die coole groene auto gezien?’) Het duurt nog wel even voor ze eindelijk hun slaap vinden.

Labels: , , ,

woensdag, februari 25, 2015

Zen en de wereld

We leren de wereld kennen vanuit de woonkamer. 
Zen ontplooit zich al als grote ontdekkingsreiziger. 

Ons Noorse avontuur juli 2014

We speelden al een tijdje met het idee om een rondreis in Noorwegen te maken. Elk jaar in de vroege lente bezoeken we voor een paar dagen mijn schoonbroer, Jo die samen met zijn Noorse vrouw Oydis even buiten Oslo woont. Ook daar waren we vaak al onder de indruk van de ruimte, de natuur, de puurheid van het land. ‘En dat is niets in vergelijking met de rest’, wist Jo ons te vertellen. En dus besloten we om in de zomer van 2014 voor drie weken rond te trekken in een van Europa’s mooiste landen.

‘Een route leg je best niet vast. Het weer is te onvoorspelbaar. Laat de zon je leiden.’ En dat deden we. We vertrokken met enkele mogelijke routes in ons achterhoofd én een familietent. Want hoewel mijn schoonbroer me verzekerde dat er overal vakantiehuisjes zijn op de campings die je voor een paar nachten kan huren, voelde ik me zekerder om met de tent te gaan, visioenen van mijn drie jonge zoontjes verlaten in ijzige sneeuwvlaktes in gedachten. En onze tent bleek geen overbodige luxe. Noorwegen is best wel toeristisch en heel wat huisjes waren volzet. Voor een tent was er echter nooit een probleem. Er was altijd plaats, zelfs in de vrije natuur als we dat wilden.

We boekten de ferry vanuit Kiel naar Olso, een slordige 900 euro (H/T) voor onze auto, twee volwassenen en drie kinderen. Er zijn beslist goedkopere alternatieven, reizen met het containerschip vanuit Gent, of een goedkopere ferry vanuit Denemarken. Wij vonden het in ieder geval de moeite waard. Het bespaart een hoop kilometers in de auto en eens je op het schip bent is het alleen maar genieten. Er is een zwembad aan boord (daar moet je wel voor betalen), een theaterzaaltje met vreselijk kitscherige optredens die aan The Love Boat doen denken, een casino en zelfs een speelruimte voor de kinderen met glijbaantjes, puzzels, autootjes. De tocht van 20 uur vloog voorbij.
Om 10 uur ’s morgens kwamen we aan in Oslo. Onze fleece en thermisch ondergoed konden we al snel opbergen. 30 graden en meer. Welkom in het hoge noorden. We verbleven de eerste dagen bij mijn schoonbroer in Nesbru, het westelijke deel van Oslo. Omwille van de hitte lieten we de stad even naast ons liggen. We weekten van ’s morgens tot ’s avonds in de Olso fjord, genietend van het mooie weer en van het weerzien met de familie.

Maar het westen lonkte en dus trokken we na drie dagen verder. Er zijn drie wegen richting de westelijke fjorden, wellicht allemaal erg mooi. Wij kozen voor Highway 7 omdat deze weg door de Hardanger Vida voert. In de toeristische dienst van Geilo informeerden we voor een korte gezinsvriendelijke wandeling die ons een indruk zou geven van dit nationale park. Na een rit van vier uur in de wagen strekten we onze benen voor een prachtige wandeling rond een meer van zowat een uur of drie, onze twee oudste zonen (5 en 4) klauterden flink over de rotsen, onze jongste zoon (2) droegen we in de rugzak. Het landschap is adembenemend mooi, en een wandeling van drie uur is natuurlijk veel te kort. Mochten we het opnieuw doen zouden we zeker minstens één nacht op de Hardanger Vida slapen. Of wie weet als de kinderen wat groter zijn een meerdaagse trektocht maken. Na onze uitputtende (want vooral extreem hete) wandeling zetten we de rit verder richting Noorwegens hoogste waterval Vøringsfossen aan de Eidfjord. De prachtige Eidfjord is zeker een overnachting waard, maar wij reden over de nieuw aangelegde brug verder naar de lieflijke Ulvik fjord, ons aangeraden door mijn ietwat chauvinistische Noorse schoonzus die hier opgroeide.


Ulvik is niet zo woest als meeste fjorden die we later zouden bezoeken en heeft een hoog ‘sound of music’-gehalte, glooiende heuvels, veel groen en hier en daar toegankelijke strandjes om in de fjord te zwemmen. We zetten onze tent op op de enige camping die Ulvik heeft. (Er is er nog een camping hogerop in het dorp maar dat is niet meer op wandelafstand van het centrum). De camping () is klein en vrij basic, een graspleintje, een sanitaire blok en een eenvoudig keukentje (dat heeft overigens elke camping). Het is gelegen vlak aan de fjord en heeft een klein strandje van een paar meters. Het is ver negen uur voor we helemaal geïnstalleerd zijn en gegeten hebben. Hoogtijd voor de kinderen om te gaan slapen. Ze snappen er helemaal niets van als ze bij klaarlichte dag en bij temperaturen boven de 25 graden een nachtzoentje krijgen en het duurt dus nog een hele poos voor het helemaal stil is in de tent. Ook ’s morgens is het al vroeg licht en onze jongens vinden dan ook dat we niet vroeg genoeg aan de dag kunnen beginnen. Het heeft een aantal dagen geduurd voordat ze eindelijk gewoon waren aan het lange licht ’s avonds, maar na een tijdje konden we ze toch gewoon tegen acht uur in bed stoppen. We verbleven drie dagen in Ulvik, zwommen veel in de fjord, maakten een tochtje met de roeiboot (die we huurden in het Belgische Strand fjord Hotel)), en een wandeling rond de heuvel. We bezochten het dorpje Ossa met de al wat woester uitziende Ossafjord, baadden er pootje in de woeste bergrivier. De jongens vonden het geweldig dat ze uit de rivier konden drinken en sloegen het ene bekertje na het andere achterover.
http://ulvikcamping.no/index.jsp

Van Ulvik trokken we verder naar noordwaarts naar Vangsnes waar we de ferry namen naar Balestrand. De weg naar Vangsnes is prachtig. We zagen er de eerste sneeuw en omdat het nog steeds zo warm was zijn de jongens met bloot bovenlijf over de sneeuw gaan lopen. Een heel unieke ervaring. Balestrand aan de Sognefjord is een rustig ogend badstadje. De reden waarom we naar Balestrand wilden gaan is omdat we van daaruit de autoferry wilden nemen richting Fjaerland (Mundal). Een prachtige boottocht, zo schreef onze Rough guide  Die autoferry bestaat echter niet meer. Je kan wel een boot nemen naar Fjaerland (en terug), maar de auto kan niet mee. We verbleven één n Hella  vanwaar we overland richting Fjaerland reden. Echt erg vonden we dat niet. De weg is ook hier heel erg mooi. Fjaerland (Mundal) is een prima uitvalbasis om heel wat naburige gletsjers te bezoeken (Bojabreen, Flatbreen). We bleven er drie dagen op een leuke camping (met een klein speeltuintje voor de kinderen). We hebben geen gletsjerwandeling gedaan omdat de kinderen nog te klein waren maar het is er zeker mogelijk. Het weer was intussen wat omgeslagen. Het was wat wisselvalliger, soms staalblauwe hemels dan weer een felle regenbui. Het weer dat wat gebruikelijker is voor de westkust. Er is een heel interessant gletsjermuseum met levensgrote ijsbeer (Norsk Bremuseum), vlak naast de camping als alternatief regenprogramma.
achtje op een camping buiten Balestrand. We hadden vooraf een hutje geboekt, erg basic, maar ook niet zo duur. (rond de 40 euro). Camping Sjotun in het centrum is beter gelegen en ook zonniger. Onze camping lag al gauw in de schaduw van de rotsen. Uiteindelijk namen we opnieuw de autoferry naar

Oorspronkelijk wilden we van Mundal via highway 60 en 15 (via Loen) naar Geiranger, maar verder lezend in onze Rough guide lonkte ook de highway 55 via Jotunheimen national Park. Dat is wellicht het moeilijkste aan reizen in Noorwegen, dat je keuzes moet maken en dat kiezen altijd verliezen is. En laat me nu absoluut niet tegen mijn verlies kunnen.  Daarom besloten we om eBriksdalsbreen (gletsjer) te bezoeken. De gletsjer ligt op een kleine twee uur rijden en is absoluut de moeite. Het is heel toeristisch, dat wel. Je kan zelfs met een autootje tot aan de gletsjer gebracht worden, maar wij verkozen de tocht van een uur (in ons geval dan twee uur met de kinderen). Ondanks het grote aantal mensen is dit een heel indrukwekkende gletsjer.
en daguitstap te maken vanuit Mundal richting Loen om van daaruit

Dat we uiteindelijk highway 55 via Lom kozen om naar Geiranger te gaan hebben we ons niet beklaagd. De weg is ook hier adembenemend mooi en vraagt regelmatig om stops zodat je kan genieten van het uitgestrekte Jotunheimen national Park. En bovenal was onze zoon Lom in de wolken dat we logeerden in een stadje dat naar hem genoemd was. Lom op zich is niet zo indrukwekkend – we bezochten er de staafkerk en het openluchtmuseum (in de stijl van Bokrijk) -  maar de wegen van en naar Lom zijn dat wel. In Lom logeerden we voor één nachtje in een vakantiehuisje. Hier waren we al snel rond de 100 euro voor kwijt.

Van Lom reden we naar Groti. Hier is het opnieuw kiezen. Er zijn twee wegen naar Geiranger. En opnieuw is kiezen verliezen. We verkozen de minst bereden, wat smallere 258 die ons weer geregeld langs besneeuwde vlakten bracht (en waar onze jongens telkens door het dolle heen op af stormden). De Geiranger fjord wordt de mooiste fjord van Noorwegen genoemd. En dat is wellicht waar, als is het moeilijk om een ranking op te stellen met zoveel natuurschoon. Geiranger is in ieder geval de meest woeste fjord. We verbleven er drie dagen, reden naar uitzichtpunten, lasten een rustdag in op de camping, gelegen vlak aan de fjord en met speeltuin en maakten een tochtje met een motorbootje naar een nabijgelegen waterval.

De route van Geiranger naar Andalsnes wordt de Gouden route genoemd. Voor mij was dit ook een van de mooiste routes die we gedaan hebben. Het plateau vlak voor de Trollstigen leent zich goed voor prachtige wandelingen (we hebben er meerdere gedaan, telkens als dagtrip vanuit Andalsnes). Ook de Trollstigen (trollenladder), een bochtige weg naar beneden is absoluut de moeite. We verbleven twee dagen op een camping buiten Andalsnes. Andalsnes als stadje  op zich is niet echt de moeite. 

Het weer zat ondertussen niet meer zo mee. Steeds meer regen, alles in de tent werd klam en het humeur zakte onder nul. En dus deden we wat mijn schoonbroer ons had aangeraden. We checkten http://www.yr.no/, de Noorse weerwebsite, pakten ons boeltje en reden naar waar het weer goed weer was. Een dag rijden, dat wel, met een vluchtige stop ergens op een groezelige camping onderweg om te slapen. De volgende dag kwamen we aan op onze eindbestemming voor de komende drie dagen. Het woeste westen hadden we geruild voor het lieflijkere zuiden met prachtige baaien, strandjes, kleine eilandjes én heerlijk weer.

Risor, op twee uur rijden van Christiansand  is een pittoresk stadje gelegen aan het water. Die laatste dagen van onze reis hebben we vooral ‘vakantie’ genomen. Geen trektochten meer of gletsjers bezoeken, maar zwemmen, roeien met de boot, minigolfen, naar de speeltuin op de camping en een bezoekje aan de haven van Risor. Onze viersterrencamping (Sorlandet Feriesenter) beviel onze jongens uitstekend (ongeveer 50 euro per nacht). Vooral van het fantastische kindersanitair (een auto als bad, de slurf van een olifant als douche) waren ze niet weg te slaan.
Na onze drie dagen vakantie keren we terug naar Oslo. We bezoeken Vigelandsparken, een prachtig park met mooie beelden én een leuke speeltuin. (Ook het Norske Folkemuseum en Vikingskiphuset zijn een bezoekje waard, dat deden we het jaar voordien al).  ’s Avonds genieten we van het laatste avondmaal met de familie, van de laatste late zonsondergang en van een laatste duik in de fjord. Na drie weken rondtrekken in dit prachtige land is het terug huiswaarts.




Labels:

maandag, juli 30, 2012

Back in full force!

Effieweg is terug van weggeweest. Voortaan mag je je weer geregeld verwachten aan een berichtje. Sinds ons laatste berichtje is er heel wat gebeurd. Ons derde zoontje heet Zen en Zen is hij! Hieronder vind je alvast een videootje.

http://www.youtube.com/watch?v=K5w-wzVgRXE&feature=youtu.be

Ik beloof gauw weer te schrijven, want met mijn mannen in huis is er altijd wel wat te beleven.
Tot heel erg gauw,
Brenda & Jan, Jip, Lom, Zen

maandag, september 12, 2011

Een huis, een tuin, een boom, een hond, een verbouwing, 2 kinderen en ...

nog een kleintje. Op 21 maart 2012 komt ons derde Vlieghertje.
Op naar een nieuw avontuur!

maandag, maart 09, 2009

Familie-uitjes

Zaterdag 7 maart - maandag 9 maart 2009

Het weekend was gevuld met familie-uitjes. Op zaterdag trokken we met z'n zevenen - en ja dat past allemaal in Jo's stoere 4x4 - naar Sentosa, een strand, niet ver van Jo en Oydis. Zonnen, zwemmen (vooral de 1,5 jarige Simon, die als het aan hem lag liefst meteen naar Maleisië zwom, zo dol is hij op water), sapjes drinken ... Kort na de middag hielden we het voor bekeken. Jip kreeg wat last van de warmte en even later werden we getrakteerd op een onweer waar de kinderen van Jo en Oydis al lang niet meer bang van zijn, maar elke andere Belgische sterveling wel. s' Avonds genoten we van onze eerste barbeque van het jaar. 


Zondag was er tijd voor brunch in het National Orchid Park, ijsjes en na de kinderdutjes thuis een afsluitende barbeque (als compensatie voor het grote BBQ-gebrek tijdens de Belgische winter) in de Noorse Zeemanskerk. Blijkbaar zijn Jo en Oydis nog niet voldoende geïntegreerd om 'koeltjes' te blijven bij het zien van een zwembad. Terwijl alle Noren, Denen en Zweden gezellig bleven tafelen, schoot de familie De Vliegher - Hide - Froyen als een stel zotten naar het zwembad. Waterpret gegrandeerd en het hele zwembad voor ons alleen. Jip kreeg er zijn eerste zwemles! Simon sprong een gat in de lucht. Bij een
 ondergaande zon pakten we in en trokken we huiswaarts. 

Manic monday, het heeft de hele dag geregend vandaag. En niet zo een klein buitje, maar zo eentje waarvan je op de films zegt dat ze zeker en vast met de tuinslang zitten te sproeien. Het viel met bakken uit de hemel! Lekker chillen in de voormiddag, maar na de middag kreeg Jip een shoppingaanval - we moesten dus wel naar een van de vele shopping malls gaan. 
Singapore is bezaaid met shopping malls. Gucci, Prada, Armani ... zelfs Baby Dior. You name it, they've got it - on sale now! Er zijn malls van 6 verdiepen met enkel electronica, andere met 4 verdiepen vol kappers, 5 verdiepen enkel kinderkleding, ....
We kozen 'the Far East Plaza', bekend voor de trendy kleren en giechelende tieners. Met hen maakte Jan kennis toen hij even alleen met Jip buiten een winkel op me stond te wachten. Met z'n 6'n vlogen ze op de kinderkar af, waarbij ze geluiden uitsloegen hoger dan de gemiddelde hondenfluit. Ze haalden met z'n allen hun fotoapparaat boven en mijn twee boys werden uitgebreid gefotografeerd. 
Het feit dat Jan soms rondloopt met Jip en ik met de lege kinderkar rondzeul vindt men hier blijkbaar wat raar. Toen we enkele dagen geleden de taxi namen , trok de taxichauffeur grote ogen toen Jan met Jip al in de auto ging zitten terwijl ik  de kinderkar opborg. 
- 'strange you carry baby', zei hij tegen  Jan (ik glunderde al, ja, wij zijn ruimdenkend in Europa, ook mannen kunnen voor de baby zorgen). Maar dat wilde hij blijkbaar helemaal niet zeggen. 
-'your wife very strong, carry everything, Singapore women don't do that. You are very lucky man with this wife'... En bij deze kreeg Jan nog eens te horen wat ik al lang wist! 



woensdag, maart 04, 2009

Jip IS de vakantiekriebel

Zondag 1 maart - vrijdag 6 maart 2009 - Singapore met Jip 
 
Toen Jans broer en zijn gezin besloot om twee jaar in Singapore te gaan wonen, boden ze ons meteen het perfecte alibi om Jips eventuele reiskriebel te testen! Nog voor Jip ge
boren werd boek
ten we een ticketje voor ons tweeën en baby x naar Singapore. We zijn intussen vier maand verder en zitten hier op het terras bij Jo en Oydis ... . En het goede nieuws is... JIP HEEFT DE REISKRIEBEL, meer zelfs, hij lijkt de personificatie van de reiskriebel!

Ik was behoorlijk zenuwachtig voor de vlucht. Vliegen van Düsseldorf n
aar Amsterdam, en dan in één ruk in 12 uur van Amsterdam naar Singapore. Jip heeft op de hele reis maar een kwartiertje gehuild en daarin
 deed hij het beter dan ik. Ik zat bij het opstijgen al te sniffen uit angst dat Jip misschien pijn zou hebben aan zijn oortjes, maar onze knulletje tutterde gezapig en leek helemaal op zijn gemak alsof het een zoveelste vlucht was waarvoor hij extra 'airmiles' kreeg op zijn frequent flyer card. 
Ook van een jetlag leek Jip geen last te hebben. Terwijl Jan en ik klaarwakker in ons bed lagen, zette Jip ons, als ervaren reizigers volledig in ons hemd, door heerlijk te knorren vanaf dag 1. Alsof er geen 7 uur tijdsverschil is, gaat hij elke avond slapen om 19 u en wordt hij wakker om precies 7u15, zoals hij thuis ook doet. (hij heeft nog wel zijn gewoonlijke fuel stop, hoor)

Singapore is tot nog toe al dé ideale reisbestemming gebleken. We logeren bij Jo en Oydis in een pracht van een huis, gelegen in een residentiële buurt. Of om het met de woorden van de taxichauffeur te zeggen die ons voor de deur afzette 'oh, my God, it's a house'. De meeste Singaporezen wonen in appartementsblokken. 
We hebben een eigen kamer, mét badkamer, zoals elke kamer hier. En er is zelfs een 'maid', Anna. Zij doet ongeveer al het denkbare in het huishouden, behalve de boodschappen. Ik was behoorlijk beschaamd toen ik na de eerste daguitstap thuiskwam en zag dat mijn nonchalant in de hoek gezwierde onderbroek (ja, ik ben dat soort type - en nee, mama, ik weet dat je me zo niet hebt opgevoed) opgeruimd en gewassen was. 

Elke dag maken we uitstapjes met Jip. Dinsdag maakten we een wandeling door het jungle natuurrreservaat waarbij het enige verschil met onze lange Aziëtrip was dat we niet een Minsk motor maar een Pericles kinderwagen door de modder sleurden. Jip liet het zich welgevallen en zat te kirren bij elke bult. Op woensdag gingen we voor de eerste maal down town naar het coloniale kwartier; enkele wolkenkrabbers, maar vooral veel groen. Met onze kinderwagen probeerden we ook meteen de bus, de metro én de skytrain uit. Donderdag kwam 'Chinatown' aan bod en vandaag kamden we 'little India' uit. Singapore is een beetje zoals 'mini-Europa', maar dan niet gelegen onder het Atomium en ook niet Europees. Het is Azië in een notendop, maar dan proper en hygiënisch, en bezaaid met Star Bucks cafés. We genieten, worden helemaal nostaligisch bij het zien van zoveel Aziatisch schoon en pinken vaak een traan weg bij het eten van Indische samosa's of Chinese beancurd met tofu (of is het toch een tikje te pikant?)
Het is net zoals op onze reis en toch weer helemaal niet. Jip zorgt ervoor dat we 'onthaasten', zoals dat dan heet. We lassen om het halfuur wel een Jipstop in; met Jip aan de borst op een terras tussen alle gehaaste zakenlui in het business district, Jips luier vervangen aan een Chinees straatstalletje, met Jip als enige westerling in een Indiaans restaurantje. En overal waar we komen begint iedereen een soort van Esperanto kirtaal uit te slaan tegen Jip of wordt hij in de wangen geknepen. En Jip... hij geniet, lacht en verovert met zijn blauwe ogen en blonde miniscule haartjes (ja, je moet goed kijken, maar hij heeft er wel) de Aziatische harten. 
's Avonds komen we op tijd naar het huis van Jo en Oydis om te genieten van Anna's kookkunsten en de leuke familiale babbels. Het lijkt alsof er niets veranderd is, alsof we helemaal niet in Azië zitten, maar gewoon in België, maar dan met zalig weer, palmbomen, witte stranden... (het thuisgevoel zit hem dus vooral bij het gezelschap). 
Morgen is het weekend. Samen met Jo, Oydis en de kids trekken we naar Sentosa, een strand op 15 min van hier... voor de rest staat op het programma: ploeteren in het zwembadje met Simon en Theus, de neefjes, brunch in de orchard garden, terrasjes en lekker niks doen... Bevallingsverlof was nog nooit zo leuk (ook al is het mijn eerste)... Bij een volgend bevallingsverlof willen we wel terugkomen! 

Labels:

Effieweg is terug... weg, maar nu met 3!

Hoeveel voornemens hebben we niet gehad om bij te bloggen, maar nooit leek het ervan te komen. En nu is het dan eindelijk zover. We zitten hier lekker op onze luie reet in Singapore, tijd genoeg dus om even bij te benen. Het afgelopen jaar hebben we niet stilgezeten. Onze huwelijksreis naar de Champagnestreek kreeg nog een exotische staartje met een reisje naar Suriname... met ons tweetjes en, jawel ook een half drietje. Vlak voor het vertrek bleek ik zwanger te zijn. Als dat maar goed afloopt, dachten we, en daarom noemden we ons kleintje in de buik Alske. Ons plan om met de mountainbikes door de Surinaamse jungle te trekken zwakten we af tot enkele dagtochtjes op de fiets en een meer dan coole jeeptocht door het oerwoud met een gehuurd bakje dat ons af en toe trakteerde op de nodige spanning door vast te blijven zitten in the middle of nowhere. Ons half drietje schrok in ieder geval niet voor het avontuur terug en bleef gezapig zitten waar hij zat.

In juli 2008 trakteerde Jan me voor mijn dertigste verjaardag op twee weken Ijsland. Decadent cadeau, maar o zo leuk. Met de huurwagen bolden we rond het eiland, waarbij we om de 10 kilometer remsporen achterlieten omdat we telkens weer verstomd stonden van de adembenemend mooie natuur. Gletsjers, vulkanen, geisers... Ijsland veroverde meteen ons hart. We kampeerden, met het bolle buikje in de tent, aten elke dag boterhammen met confituur en kookten als een stel gierige Hollanders ons eigen potje. Intussen groeide ons Alske flink, gevoed door een flinke portie buitenlucht en avontuur.

Op 6 november 2008 werd ons Alske geboren. Ik was nog op bosklassen met de school, maar onze actieve zoon besloot dat hij ook dat minitripje niet wilde missen en kwam twee en halve week vroeger dan voorzien. Alske was geen Alske meer maar werd ons Alles, een zoontje van 3,1 kg en 50 cm. We noemden hem Jip. Jip bleek al snel een vatje vol energie te zijn, maar of hij ook onze reiskriebel zou hebben...

maandag, juli 21, 2008

De huwelijksreis


Velen verwachtten exotische bestemmingen, wilde avonturen als gepaste huwelijksreis voor de kersverse meneer en mevrouw De Vliegher. We zochten andere oorden op met als basisingrediënten champagne, bad, bed en elkaar. We vonden de ideale mix in de champagnestreek waar we de eerste vier dagen van november doorbrachten. Onze fietsjes moesten natuurlijk mee voor het nodige sportieve gehalte, maar na onze dagelijkse tochtjes kozen we resoluut voor avondjes van champagne proeven, champagne drinken in een warm badje en andere zaken die vallen onder de titel 'creatief met champagne'. We hebben van elke minuut genoten! Geen grootse avonturen, geen zotte grensovergangen, geen zware uitputtingen (hoewel...), alleen genieten van elkaar!

Labels: ,

Hoe het verder ging ...

Jan en ik zijn intussen al meer dan een half jaar getrouwd.
Ergens in februari gaf ik al een half verslag van onze 'mooiste' dag van ons leven.
Hoe ging het verder...

Na onze trouw in het gemeentehuis en de Via Via trokken we met onze naaste familie naar Linkeroever waar Ludovic en Vero, ons lieve vrienden, al klaar stonden met verse soep en 'ne boterham'. In een heerlijk najaarszonnetje genoten we samen met onze ouders, broer en zus en Anki en Gijs van onze eerste uurtjes als getrouwd koppel. Fien, toegewijde vriendin en fotograaf zorgde voor onvergetelijke foto's. Tegen 5 uur zijn we opnieuw afgezakt naar ons huis in de Willem Linnigstraat waar Jeroen, talentvol kok en karavaankameraad, gezorgd had voor een heerlijk 4 gangenmenu! Zalig! Gewoon thuis, lekker lang tafelen tot het tijd was voor het wilde feestgedrag in het Centraal Station. De 'partytrein' vertrok om 21.00. Een heerlijk dessertenbuffet - opnieuw door Jeroen en co verzorgd en dé neigste muziek gedraaid door Tim, trouwe bovenbuur en onderverhuurder zorgden voor een onvergetelijk feest. De vriendinnetjes van Leuven hadden op 'I'll be there for you' een mega videoclip gemaakt, de theatergirls voegden de nodige klefheid toe met 'door de wind' en bijhorend synchroon dansje met appelsienen en Jans kameraden schopten met een geweldige Jackson 5 medley dansact het feestje op gang. Tijdens onze openingsdans 'give yourself a chance with me' - Ozark Henri, kwamen opnieuw de traantjes maar die vermengden zich al gauw met het nodige danszweet. Ik vrees dat ik maar 5 minuten van de dansvloer geweest ben. Ik weet niet of bruidjes niet wat rustiger en beheerster moeten zijn: lachen en mooi zijn? Ik heb me alleszins rotgeamuseerd - de haarcoupe zag er niet meer uit, het zweet droop van me af en ik heb me schorgeschreeuwd op foute meezingnummers. 20 oktober 2008 was een onvergetelijke dag en klaarblijkelijk het begin van nog zoveel meer van dat moois!

Labels: